Te midden van een globale pandemie zijn het de kleine dingen die het vertrouwen in de mensheid een boost geven. Lokale initiatieven om muziek te maken voor ouderen in verzorgingshuizen, inzamelacties voor mensen die door grijpgrage hamsteraars niets meer bij de voedselbank kunnen krijgen, en een publiekelijk applaus uit solidariteit met zorgmedewerkers. En natuurlijk blijven we massaal zoveel mogelijk binnen, gaan we sociale interacties uit de weg, en wassen we grondig onze handen (wat tot mijn schrik voor een hoop mensen een nieuw begrip bleek te zijn).
Categorie archief: Wetenschap
Ik denk, maar ik besta niet
Hordes filosofen hebben zich de afgelopen eeuwen gepijnigd over de vraag over wat je nu zeker kunt weten. Weet je eigenlijk wel zeker dat je zélf bestaat? De Fransman René Descartes kwam na een periode twijfelen tot de conclusie dat er maar één ding is waar hij zeker van is: hij twijfelt of hij bestaat. En omdat hij degene is die dat getwijfel voortbrengt, moet hij wel bestaan: cogito ergo sum, ik denk dus ik besta. Zolang iemand sceptisch is over zijn eigen bestaan, bewijst dat in zichzelf dat deze denker bestaat.
Ben open-minded, maar met mate
Het is niet erg verrassend dat er vaak weerwoord klinkt wanneer ik een vorm van kwakzalverij op de hak neem. Komt er dan een goed beargumenteerd betoog over hoe vaccinaties autisme veroorzaken? Interessant genoeg niet: men richt de kritiek dan op de wetenschap zelf. Ofwel men vindt de wetenschap onnodig star, closed-minded en dogmatisch (het ‘oogkleppenargument’), of men probeert zwakke plekken in de wetenschappelijke methode aan te wijzen (het ‘wetenschap-is-niet-perfect-argument’) en soms allebei. Met veel omhaal van woorden wordt dan uitgelegd dat met wetenschappelijke en sceptische bril naar de werkelijkheid kijken op zichzelf een vorm van spiritualiteit is.
Tijd om nog maar eens vier veel voorkomende misvattingen over wetenschap tegen het licht te houden.
Hoe verklaar je dat dan?
Er is er altijd wel eentje in de zaal. Ik geef een lezing, en na afloop komt ze naar me toe. Aan de blik in haar ogen kan ik al zien hoe laat het is. Ze laat een wolk van macrobiotisch sterrenstof achter terwijl ze op me afzweeft. Ze heeft een vraag. Een vraag waarop ze vooral lijkt te willen horen dat ik het antwoord niet weet. Ik probeer snel een gesprek aan te knopen met een andere toehoorder, maar ik ben te laat. “Hoe verklaar je dat dan?”
Van een gezicht in je toast tot samenzweringen
Wij mensen zijn patroonherkennende zoogdieren. Onze verre voorouders waren in staat om de gevaarlijke omstandigheden van de savanne te overleven, doordat ze snel hongerige beesten in hun omgeving konden spotten. Dit vereist een efficiënt mechanisme in onze hersenpan dat betekenisvolle patronen (de kop van een tijger) kan onderscheiden van een ruizige achtergrond (het gras).