Gelukkig, nieuwjaar

Een korte controle van mijn ledematen stelde me gerust: ik heb oudejaarsavond overleefd zonder het verlies van belangrijke lichaamsdelen. Een klein wonder, gezien de mortiergranaten die in leken te slaan in de aanloop naar het nieuwe jaar. Dertienjarige knulletjes die ter vermaak een middagje Aleppo ensceneren, recht voor de ingang van de Albert Heijn. Ik zag een hoogbejaarde dame getraumatiseerd een hap uit een bloembol nemen. Maar we hebben het gehaald: het is 2017. Gelukkig nieuwjaar! Toch?

Nee, men is niet gelukkig in dit nieuwe jaar, en dat gaan we merken de komende maanden. Zo mogen wij op 20 januari aanschouwen hoe de nieuwgekozen president van de Verenigde Staten zijn intrek in het Witte Huis neemt. Menig boze blanke man pinkt ontroerd een traantje weg bij de inauguratie van hun intolerante narcistische cultheld. Dat de beste man moeilijk te betrappen is op een coherente uitspraak, laat staan een doordachte visie, is irrelevant voor de échte fans. ‘Hij zegt wat hij denkt’, jubelt men dan. Ik krijg er hetzelfde warme gevoel van als na de Brexit, toen de helft van de Britten, nog schor van het juichen en de kater nog bonzend in het achterhoofd, toch maar eens ging googelen wat die Europese Unie nu eigenlijk inhield. Democratie op haar fijnst.

Geen reden tot paniek, want gelukkig hoeft president Trump het niet in zijn uppie te rooien. Met een zorgvuldig geselecteerd ministerclubje bestaande uit steenrijke zakenmannen, wetenschapscritici, klimaatontkenners en een openlijk extreemrechtse antisemiet als persoonlijk adviseur wordt America great again gemaakt. Grote problemen zoals een te hoog minimumloon, betaalbare zorg voor iedereen en beperking van CO2-uitstoot worden eindelijk eens aangepakt. Dat biedt tenminste ruimte voor het boren naar olie in kwetsbare natuurgebieden en een flinke uitbreiding van het kernwapenarsenaal.

Ook in Europa heerst de behoefte om eens goed af te rekenen met de politieke elite. We leven immers in een periode van ongekende welvaart, politieke stabiliteit en vrede. Tijd om de zaak eens goed wakker te schudden lijkt me. In maart van dit jaar mogen de Nederlandse en Franse burgers hun woede en onvrede lekker afreageren in een stemhokje, en in september zijn onze oosterburen aan de beurt. Er is namelijk behoefte aan meer democratie. Als we relmatroos Jan Roos mogen geloven, moet het volk middels bindende referenda overal inspraak in kunnen krijgen. Ingewikkelde politieke kwesties moeten we niet overlaten aan gekozen volksvertegenwoordigers die er verstand van hebben. Je pompt simpelweg wat selectieve informatie de sociale mediakanalen in, voegt een vleugje stemmingmakerij toe en het volk doet de rest.

En toch berust het ongekende succes van populisten in deze tijd puur niet enkel op een grote groep boze burgers. Het merendeel van het protestgeluid komt voort uit bezorgdheid. Bezorgdheid die wordt veroorzaakt door religieus fundamentalisme in Europa, problemen rond menging van verschillende culturen, en door het gevoel niet gehoord en begrepen te worden door de gevestigde orde. En dan smaakt een blonde boze meneer met een vleugje racisme ineens lekkerder dan men ooit had durven denken.

De democratie gaat met 2017 één van haar uitdagendste jaren in. Zodra het 2018 is, verzucht ik ‘het is gelukkig nieuwjaar’.

 

Deze column werd ook geplaatst op Kaf.