Ik denk, maar ik besta niet

Hordes filosofen hebben zich de afgelopen eeuwen gepijnigd over de vraag over wat je nu zeker kunt weten. Weet je eigenlijk wel zeker dat je zélf bestaat? De Fransman René Descartes kwam na een periode twijfelen tot de conclusie dat er maar één ding is waar hij zeker van is: hij twijfelt of hij bestaat. En omdat hij degene is die dat getwijfel voortbrengt, moet hij wel bestaan: cogito ergo sum, ik denk dus ik besta. Zolang iemand sceptisch is over zijn eigen bestaan, bewijst dat in zichzelf dat deze denker bestaat.

Lees verder Ik denk, maar ik besta niet

Ben open-minded, maar met mate

Het is niet erg verrassend dat er vaak weerwoord klinkt wanneer ik een vorm van kwakzalverij op de hak neem. Komt er dan een goed beargumenteerd betoog over hoe vaccinaties autisme veroorzaken? Interessant genoeg niet: men richt de kritiek dan op de wetenschap zelf. Ofwel men vindt de wetenschap onnodig star, closed-minded en dogmatisch (het ‘oogkleppenargument’), of men probeert zwakke plekken in de wetenschappelijke methode aan te wijzen (het ‘wetenschap-is-niet-perfect-argument’) en soms allebei. Met veel omhaal van woorden wordt dan uitgelegd dat met wetenschappelijke en sceptische bril naar de werkelijkheid kijken op zichzelf een vorm van spiritualiteit is.

Tijd om nog maar eens vier veel voorkomende misvattingen over wetenschap tegen het licht te houden.

Lees verder Ben open-minded, maar met mate

Hoe verklaar je dat dan?

Er is er altijd wel eentje in de zaal. Ik geef een lezing, en na afloop komt ze naar me toe. Aan de blik in haar ogen kan ik al zien hoe laat het is. Ze laat een wolk van macrobiotisch sterrenstof achter terwijl ze op me afzweeft. Ze heeft een vraag. Een vraag waarop ze vooral lijkt te willen horen dat ik het antwoord niet weet. Ik probeer snel een gesprek aan te knopen met een andere toehoorder, maar ik ben te laat. “Hoe verklaar je dat dan?”

Lees verder Hoe verklaar je dat dan?

Moord als symptoom van een hersentumor

“Ik begrijp niet precies waarom ik deze brief schrijf. Ik ben het slachtoffer van veel ongewone en irrationele gedachten. Na er goed over te hebben nagedacht, heb ik besloten om mijn vrouw Kathy vanavond te vermoorden, nadat ik haar heb opgehaald van haar werk. Ik hou ontzettend veel van haar, en ze is de beste vrouw die een man zich kan wensen. Ik kan geen rationele verklaring bedenken voor waarom ik dit zou doen.”

Was getekend, Charles Whitman, 31 juli 1966.

Enkele uren na het schrijven van deze brief haalde Whitman zijn vrouw op van haar werk na haar avonddienst, en bracht haar naar huis. Daar stak hij haar driemaal in het hart terwijl ze lag te slapen. Verder vermoordde Whitman diezelfde nacht zijn moeder, om de volgende ochtend maar liefst veertien willekeurige mensen dood te schieten. Uiteindelijk werd hij doodgeschoten door de toegesnelde politie.

Lees verder Moord als symptoom van een hersentumor

Van een gezicht in je toast tot samenzweringen

Wij mensen zijn patroonherkennende zoogdieren. Onze verre voorouders waren in staat om de gevaarlijke omstandigheden van de savanne te overleven, doordat ze snel hongerige beesten in hun omgeving konden spotten. Dit vereist een efficiënt mechanisme in onze hersenpan dat betekenisvolle patronen (de kop van een tijger) kan onderscheiden van een ruizige achtergrond (het gras).

Lees verder Van een gezicht in je toast tot samenzweringen